Delen

18.05.25 > 05.11.25

Haim Steinbach

 

Sinds zijn opkomst op de internationale kunstscene in het begin van de jaren 1980 heeft Haim Steinbach (geboren in Israël in 1944, leeft in New York) de bedoeling van kunst opnieuw gedefinieerd door het selecteren en ordenen van alledaagse voorwerpen. In zijn tentoonstellingen worden objecten getoond op verschillende platformen: wandplanken, vitrines, wanden en zelfs stellingen. Steinbach staat bekend voor de wigvormige plank die hij ontwierp in 1984. Zijn houten planken in laminaat hebben een typische driehoekige vorm en zijn iconisch voor zijn displaykunst. Daarop ordent hij een heterogene waaier aan artefacten die deel uitmaken van de alledaagse uitwisseling van cultuur en huiselijke functies. Door de opstelling worden het gebruik en de waarde van de voorwerpen opgeschort ten voordele van hun antropologische, etnografische en fenomenologische betekenis. Deze functies werken volgens een contextuele logica met interventies. Steinbachs praktijk focust op de context van het dagelijkse leven en verplaatst die van een huiselijke omgeving naar een galerij of een museum. De voorwerpen die Haim Steinbach toont, worden – als in een rebus – tekens van een beeldtaal waarvan de poëtische lading contrasteert met hun ‘waarden’, in de sociale, esthetische en chromatische betekenis van dat woord. In het spel met de discrepanties tussen de objecten spelen de displays ook hun rol. In tegenstelling tot een voetstuk, dat een object boven de andere verheft, plaatst de horizontaliteit van een wandplank ze allemaal op gelijke voet. Zo ontstaat de mogelijkheid om eender welk object te tonen, zonder oordeel of vooroordeel. De praktijk van Haim Steinbach is dan ook gaandeweg uitgebreid naar een steeds bredere waaier aan materialen: stroken behangpapier, Pantone-kleurstalen en reclameslogans en literaire fragmenten die te lezen zijn op de muren en de wanden van zijn tentoonstellingen. Deze expressies focussen op volksheid en gemeenschappelijke ruimtes. Voor de kunstenaar is elk object een potentieel ‘monument’, dat in staat is om een geschiedenis, een tijdperk of een vervlogen tijd op te roepen. Via de culturele antropologie van de kunstenaar wordt de gebruiks- en uitwisselingswaarde van elk familiaal of huiselijk voorwerp omgezet in een beeld dat verwijst naar iets wat het overstijgt. Zoals het madeleinekoekje van Proust dat de volledige kindertijd omvat, is het object hier grootster dan het lijkt. Het vertrekt van zijn eigen betekenis en zijn intrinsieke aard om via kunst in een stijlfiguur te veranderen: metonymie, symbool of allegorie.

Voor zijn eerste tentoonstelling in een Belgisch museum presenteert Haim Steinbach een reeks werken uit zijn 40 jaar kunstpraktijk. Zijn tentoonstelling bevat onder meer twee belangrijke projecten die de kunstenaar samen met twee Belgische kunstverzamelaars uitgewerkt heeft: Display #31 – An Offering: Collectibles of Jan Hoet (1992) en (2000), een display van drie stoelen, drie verfpotten en drie penselen die eigendom is van Herman Daled.